De Echo van 1830

 

02/12/2025 - Yoeri Schoens : Student Geschiedenis Radboud Universiteit

 

Wat de Belgische revolutie ons leert over het liberalisme van nu

 

De geur van kruid en verbrand metaal vult de lucht, terwijl de opstijgende rook van de
geweren enig overzicht of richtingsgevoel over het dichtbegroeide park praktisch onmogelijk
maakt. Het koningsplein met het aangrenzende park in Brussel is het toneel geworden van
een ware slijtageslag. Al enkele dagen proberen regeringstroepen, onder leiding van Prins
Frederik, het strategisch gelegen koningsplein in Brussel te heroveren op een bonte
verzameling Belgische vrijwilligers, die het er alles aan gelegen is een einde te maken aan de
́Hollandse terreur ́ die volgens hen de zuidelijke provincies van het piepjonge Koninkrijk der
Nederlanden al zo lang in zijn greep hield.

Deze heftige confrontatie van augustus in het jaar 1830 kwam niet bepaald uit de lucht
vallen. Het was een hoogtepunt in de spanningen die al aanwezig waren sinds de oprichting
van het nieuwe koninkrijk in 1815. Het koninkrijk kwam tot stand tijdens het congres van
Wenen. Willem Frederik werd belast met de taak een versterkt Nederlands koninkrijk te
leiden, als tegenmacht voor de Fransen in Europa. Waar men zich op dat moment in vergiste,
was dat de revolutionaire geest van het liberalisme en de verlichting zich als een zaadje had
geplant in de gedachten van de opkomende middenklasse. De Franse revolutionairen
hadden, ondanks de sterk gelaagde samenleving, in de Lage Landen een permanente indruk
achtergelaten van de vrijheden die een individu kon verwerven, een vruchtbare bodem was
gelegd...

Een grote rol in de aanloop naar de gebeurtenissen van augustus 1830 was weggelegd voor
koning Willem I. Men twijfelde niet aan zijn intenties om het goede te doen voor zijn volk,
maar zijn manier van besturen jaagde vrijwel iedereen tegen hem in het harnas. Het was
vooral een coalitie van liberalen en katholieken die zich voortdurend aan de zijlijn gezet
voelde door de besluiten en decreten uit de koker van Den Haag. Vrijheid van de pers,
ministeriële verantwoordelijkheid en proportionele volksvertegenwoordiging waren de
belangrijkste punten van de vroege liberalen. Aanvankelijk weigerde Willem I deze eisen in te
willigen. De persvrijheid, die al gering was, werd vanaf 1828 officieel aan banden gelegd en
journalisten die zich uitspraken tegen de regering werden actief vervolgd. Dit betekende dat
de liberalen officieel de strijd aangingen met het despotische beleid van koning Willem I.

 


“Want ik ben volledig vrijgesproken door de rechtbank van mijn geweten....”

 

 

Een van de bekendste vervolgingszaken is die tegen journalist en liberaal Louis de Potter. Hij
verwierf grote bekendheid tijdens zijn strafproces door zijn kritiek op Willem I. Het is de
Potter die de liberale gedachten in de vorm van boeken, petities en pamfletten verspreidde
onder de burgerij van de zuidelijke provincies van het koninkrijk. Zijn vervolging betekende
dan ook een regelrechte aanval op de liberale idealen en het verzet tegen de “Hollandse
tirannie”. Tijdens zijn vervolging gaf de Potter een redevoering die nog lang zal worden
herinnerd, en kan worden gezien als een van de belangrijkste zinnen van de liberale
beweging in de zuidelijke provincies:
“Wat u ook zult beslissen, ik heb mijzelf niets te verwijten, want ik ben volledig
vrijgesproken door de rechtbank van mijn geweten.”
- Louis de Potter, 19 december 1828


Gigantische massa's publiek barstten uit in luid applaus, schreeuwden van enthousiasme en
spraken hun steun luidkeels uit. Toen de Potter uiteindelijk werd veroordeeld tot een celstraf
van 18 maanden kolkte de uitpuilende zaal van woede. De rechters moesten onder
bescherming van gendarmes de zaal verlaten. Het strafproces werd een nachtmerrie voor de
autoriteiten — precies het scenario dat zij koste wat het kost hadden willen vermijden. De
liberale golf die zich van Brussel meester maakte had voor de liberalen een nieuw wapen
ten tonele gebracht, de innerlijke drang naar persoonlijke vrijheid.

 


Wat kunnen we leren van de vroege liberalen?


Deze eerste spontane volksuitbarsting wordt door sommige historici gezien als het begin van
een fenomeen dat we later de ‘Belgische revolutie’ zijn gaan noemen. In dit historisch
fenomeen speelde de vroege liberalen een onmiskenbare rol. Hun strijd voor vrijheid stopt
niet bij de afscheiding van België in 1830, maar duurt nog steeds voort. Voor de liberalen in
1830 was vrijheid een droom, een droom waarvoor men alles overhad, zonder concessies te
doen aan de universele vrijheid die voor veel mensen vandaag de dag nog steeds
onbereikbaar is.

 

 

Ondanks dat we in onze hedendaagse samenleving veel van deze verworven vrijheden nog
steeds bezitten, is er de laatste jaren een trend gaande die zich in tegengestelde richting
beweegt. Deze trend ontstaat doordat zekerheid en veiligheid niet langer vanzelfsprekend
zijn door de huidige geopolitieke verschuivingen. Daar komt nog eens bij dat veel mensen
aangeven economisch onzekerder te zijn geworden in de afgelopen jaren. In veel gevallen
wordt er dan naar de overheid gekeken als een instituut dat zekerheid biedt en een stabiel
perspectief creëert. Als we deze processen bij elkaar optellen, kan ik niet anders concluderen
dan dat de liberale beweging aan kracht verliest. Kiezers ruilen steeds vaker het liberale
geluid in voor conservatieve extremen die pretenderen de problemen van vandaag, morgen
op te lossen. Het is daarom onze liberale taak om het gedachtegoed ‘opnieuw uit te vinden’.

Voor nieuw elan moeten we erkennen dat het liberalisme niet uit het niets ontstond. Alleen

door naar het verleden te kijken, vinden we antwoorden voor de toekomst — en kunnen we
het liberale geluid onderscheiden van populistisch-conservatieve denkbeelden.


Tegenwoordig doen veel conservatieve politici zich voor als ‘liberalen’ of ‘libertairen’ om
electorale vruchten te plukken, maar deze positionering is uiterst dubieus als we het
conservatisme vergelijken met het vroege liberalisme.
De vroege liberalen onderscheiden zich duidelijk van de hedendaagse conservatieven. Bij de
conservatieve partijen staan de rechten en vrijheden van het individu steeds vaker onder
druk, en is het individu de speelbal van wisselvallig en inconsistent overheidsbeleid.
Daarentegen zien de vroege liberalen vrijheid niet als een bijkomstigheid, maar als een
fundament dat universeel zou moeten zijn voor elk individu, ongeacht afkomst, geaardheid,
of seksuele voorkeur. Dit verschil met het conservatisme is de kracht van het liberalisme, de
kracht van vooruitgang en universele vrijheid voor elk individu.

 


Wil het liberalisme voor de massa in de toekomst nog relevant blijven, dan zal er iets moeten
veranderen om onderscheidend te blijven van concurrerende stromingen. Daarom moet het
geschuif op de politieke as naar de conservatieve zijde stoppen, en moet vrijheid in al haar
facetten weer een universele, onderhandelbare waarde worden — als bolwerk tegen het
inconsistente conservatisme
Vrijheid was in 1830 geen vanzelfsprekendheid. Dat is het vandaag evenmin. De liberale
beweging moet dat opnieuw durven zeggen — helder, standvastig en vastberaden.

Schrijf een reactie